verabert.reismee.nl

In Oman naar Wadi Al Arbeieen

Vanmorgen zijn we vroeg opgestaan want we moeten om kwart voor 9 klaar staan voor de excursie. Voor het ontbijt gaan we nu naar restaurant Michelangelo op dek 4. Daar heb je wel lopend buffet voor de meeste dingen maar de koffie en thee worden geserveerd en je kunt vers gebakken eieren krijgen met van alles erbij. Dat is toch wel prettiger dan boven.

Na het ontbijt pakken we de rugzak in – badlakens, badkleding, fototoestellen en water. We worden in salon Leonardi da Vinci verwacht en krijgen daar een sticker met nummer opgeplakt, dat correspondeert met de 4x4 wagen. Als stadsambassadeur van Rotterdam heb ik diverse keren in de cruisterminal van Rotterdam gestaan om de toeristen van de cruiseschepen welkom te heten en dan zag ik al die rijen mensen met een sticker opgeplakt voorbij komen. Nu ben ik zelf een “gestickerd” persoon.
Bij de uitgang op dek 0 krijgen we een visumpasje voor Oman en onze Costacard wordt gescand – zo weten ze precies wie er wel en wie niet aan boord is.

Om kwart over 9 rijden we weg, allemaal Toyota Landcruisers achter elkaar. Ik wil hem best omruilen voor mij VW-Up – hij is alleen wat lastig te parkeren in Rotterdam. We hebben een leuke chauffeur die van alles vertelt en waar we ook alles aan mogen vragen.

De woestijn in Oman is aan de kust geen zandvlakte maar het zijn allemaal rotsen met nauwelijks enige begroeiing. Heel anders dus dan wij gewend zijn – het zijn veel verschllende soorten rotsen en enkele Duitse geologen onderzoeken alles hier. Ook zie je zomaar uit het niets heel veel palmbomen staan en bij dorpjes en grotere plaatsen is veel groen wat keurig wordt onderhouden. Het ziet er allemaal heel mooi en netjes uit.

Na ongeveer een uur hebben we een saniaire stop en kort daarna gaan we off-road. Doordat het droog en stoffig is, zie je vooruit niet veel. Het zijn heel veel bergen en heel weinig groen – en dan te bedenken dat het hier nu niet het droge seizoen is en het is ook niet erg warm, slechts 24 graden. Voor ons is het een prima temperatuur.

De volgende stop is in het dorp bij Wadi Al Arbeieen – een wadi is een droge rivierbedding waar maar af en toe water door stroomt. De Wadi Al Arabeieen is niet helmaal droog en er is een kleine waterval blak bij het dorp. Het grote gevaar van een droge rivierbedding is als er opeens veel water valt en je niet snel genoeg weg bent – je waant je veilig maar het water kan niet wegzakken en dus loop je de kans te verdrinken in de woestijn. Hoe bizar kan het zijn.

We worden in het dorp afgezet en mogen daar even rondlopen – we worden gewaarschuwd om niet bij de mensen naar binnen te gaan – je vraagt je af waarom je dat zou doen. Zoiets wil je zelf toch ook niet? Het dorp is klein maar alles ziet er netjes en schoon uit. We lopen het dorp uit naar het watervalletje waar we even heerlijk kunnen pootje baden en worden daarna weer terug verwacht in de auto om verder te gaan naar onze lunchplek.

De lunch krijgen we in een witte doos – 4 sandwiches, een muffin, 2 kleine pittahbroodjes, wat humus en 2 kleine hapjes. Daarbij kunnen we fruit krijgen, water en koud frisdrank. Keurig verzorgd allemaal. Ook krijgen we hier de gelegenheid om een half uurtje te zwemmen in een van de weinige waterplaatsen die er zijn. Het is lekker verkoelend en er wordt goed gebruik van gemaakt.

Hierna gaan we verder en we hebben nog twee stops. Een bij een dorp waar het oude/nieuwe huis staat van de baas van een district - helaas weet ik niet meer hoe zo iemand heet. Het nieuwe huis is tegen het oude huis/fort aangebouwd en heeft veel kamers. Zo iemand mag namelijk 4 echtgenotes hebben - als er een overlijdt mag hij weer een keer trouwen.

De laatste stop is bij een hele grote stuwdam. Water van een heel groot gebied wordt hier door de dam tegen gehouden om elektriciteit op te wekken. Op mijn vraag waarom er hier geen zonnepanelen zijn was het antwoord: “Dat weet ik niet, ik heb het zelf ook gevraagd maar niemand weet het.” Raar eigenlijk – heb je het hele jaar zon en dan maak je er geen gebruik van.

Op de terugweg maken we nog een soort ‘shortcut” zodat welangs het paleis van de sultan komen. Oman en Brunei zijn de enige sultanaten ter wereld en onze koninklijke familie is bevriend met de sultan van Oman. Om ongeveer 5 uur zijn we weer terug aan boord.

We brengen onze spullen naar de hut en gaan dan op eigen gelegenheid naar Muttrah – dat is de havenplaats van Muscat. Het is ongeveer een kwartiertje lopen naar de soukh. Als we van het schip af willen krijgen we weer een visumpasje en moeten we in een shuttlebusje stappen – we mogen namelijk niet zelf over het haventerrein lopen. Met het shuttlebusje ga je ongeveer 200 meter verder naar de douane waar je bagage wordt gescand en aan de andere kant van het gebouw stappen we weer in het shuttlebusje dat ons naar de uitgang van het haventerrein brengt.

Wat een verrassing is de soukh hier – echt heel veel kleine straatjes met ontelbaar veel winkeltjes. Het is wel heel van hetzelfde maar het heeft een heel eigen authentieke sfeer – het doet veel leuker aan dan de souhks in Dubai. We vinden Oman een bijzonder land met aardige mensen – natuurlijk proberen ze ook hier om je van alles te verkopen maar dat is logisch met zoveel toeristen. Zonder de cruiseschepen zou het hier gewoon een rustig havenplaatsje zijn. Het voelt hier ook echt veilig – dat vrouwen rustig met hun portemonnee in de hand rond kunnen lopen is toch wel bijzonder. We hebben helaas geen geld en pinnen of wisselen lukt niet – we hebben ook geen idee van de waarde hier en hoe het heet. Morgen zien we wel verder.

’s Avonds zitten we samen aan het diner – van twee mensen weten we dat ze liever vroeger dineren maar van de andere twee niet. Misschien zien we die morgenavond wel weer. We laten het ons weer heerlijk smaken.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!